Je kent haar. Je
hebt haar weleens door het kantoor zien lopen, haar torenhoge hakken eerst, dan
pas de rest van haar lichaam. Alvast, zo leek het altijd. Jullie hebben elkaar
nog nooit gesproken. Je kan je niet eens herinneren of ze je ooit rechtstreeks
heeft aangekeken. Waarschijnlijk niet. Dat zou je nog wel weten, denk je. Haar
ogen zijn indrukwekkend, net zoals de rest van haar verschijning. De knullen
van je afdeling hebben het weleens over haar, onder de koffie, of bij de
printer. Je hoort dat soort dingen zonder je best ervoor te doen. Volgens Joris heeft ze in haar vier jaar bij
het bedrijf geen woord gewisseld met de jongens van de 23ste
verdieping. Aan de ene kant geloof je hem, aan de andere kant lijkt het je
sterk. Ze heeft een vriendelijk gezicht, ook al zit haar haar altijd strak naar
achter geduwd. Iedere haar op de goede plek.