Sunday

klopgeest

als ik je naam hoor,
blaas ik hem weer uit.
probeer dat gat dat je achterliet
te vullen met betere,
zachtere dingen.

en zo, beetje bij beetje,
bijtel ik je los van de plek
waar je je hebt
vastgenageld.

het is voorbij,
het is voorbij,
ik wil je daar
niet meer hebben.

papa

ik wil je niet kwijtraken, ook al weet ik
dat dat moment dichterbij komt
ik zou me graag als meisje aan je benen willen vastklampen
zeggen: papa, blijf hier, bij mij,
het leven hoeft niet zo zwaar te zijn.
laat me helpen met dragen.

en dan zouden we samen dit lange pad afwandelen
hand in hand, de rotsen op onze rug
zo licht als veren. want papa,
het leven hoeft geen maanlandschap te zijn
je hoeft niet in harnas de ochtend tegemoet te gaan
haal met mij adem en laten we de sterren bewonderen
van hier beneden. geloof me,
we hoeven niet ver te lopen om te genieten van het uitzicht
geloof me, mijn benen zijn ook moe van het dragen
het vechten, het doorgaan.

maar papa, we hoeven nog niet naar huis.
voor nu kunnen we nog even doorlopen.
we kunnen nog even kijken.
de lucht is nog niet grijs.
het blijft voor nu nog droog.
en als je gaat, papa,
ga je niet alleen want dan
ga ik met je mee.

ien

dit is een klap die je niet kunt opvangen,
met deze golf wordt ze meegenomen
en zwemmen heeft geen zin
dus pak haar hand beet en laat het gebeuren
laat de liefde haar wegdragen 
naar een plek waar ze niet langer vastgeketend zit, maar vrij is
vrij als de wind en de regen
zoals ze altijd was, voor de wereld zich tegen jullie keerde. 

wacht maar, wacht maar
snel zullen jullie weer samen zijn en tot dan is zij moeder natuur

roekeloos vol liefde

kleine gebreken

Je kent haar. Je hebt haar weleens door het kantoor zien lopen, haar torenhoge hakken eerst, dan pas de rest van haar lichaam. Alvast, zo leek het altijd. Jullie hebben elkaar nog nooit gesproken. Je kan je niet eens herinneren of ze je ooit rechtstreeks heeft aangekeken. Waarschijnlijk niet. Dat zou je nog wel weten, denk je. Haar ogen zijn indrukwekkend, net zoals de rest van haar verschijning. De knullen van je afdeling hebben het weleens over haar, onder de koffie, of bij de printer. Je hoort dat soort dingen zonder je best ervoor te doen.  Volgens Joris heeft ze in haar vier jaar bij het bedrijf geen woord gewisseld met de jongens van de 23ste verdieping. Aan de ene kant geloof je hem, aan de andere kant lijkt het je sterk. Ze heeft een vriendelijk gezicht, ook al zit haar haar altijd strak naar achter geduwd. Iedere haar op de goede plek.